Inleiding
Om verschillende redenen kan het mogelijk zijn, dat gedeeltes van een gebit of soms zelfs het gehele gebit niet meer voor een patiënt behouden kunnen worden.
Doordat tanden en kiezen uit de mond zijn verwijderd, kan het eten niet goed meer worden gekauwd. Soms speelt ook het uiterlijk een rol of is de spraak verslechterd.
In zulke gevallen kan de patiënt worden geholpen door een geheel of gedeeltelijk kunstgebit te maken.
Een kunstgebit wordt ook wel een gebitsprothese of kortweg prothese genoemd.
De volledige prothese
De meeste volledige protheses worden gemaakt als vervanging van een bestaande prothese.
– De prothese is versleten en onbruikbaar geworden
– De kaak is zo geslonken, dat de prothese niet meer op zijn plaats blijft liggen.
– Door het slinken van de kaak moet de kin steeds dichter naar de neus worden gebracht om de kiezen op elkaar te krijgen. De mond is ingevallen.
Soms wordt in overleg met een patiënt, bij wie al veel tanden en kiezen verwijderd zijn, besloten ook de laatste tanden en kiezen te verwijderen. Enige tientallen jaren geleden moest men dan 3 maanden met een lege mond lopen om de kaken te laten genezen. Dat is niet meer van deze tijd. Nadat eerst een prothese is vervaardigd, worden de laatste tanden en kiezen allemaal verwijderd en wordt in diezelfde zitting de prothese geplaatst. Men spreekt dan van een immediaat prothese.
Als van een paar stevige tanden de wortels behouden kunnen worden, kunnen deze onder de prothese als steun of bevestigingspunt dienen. Men spreekt dan van een overkappingsprothese.
Gedeeltelijke prothese
Indien een gedeelte van een gebit verloren is gegaan om welke reden dan ook is het mogelijk om met een gedeeltelijke of partiële prothese de kauwfunctie en de aanblik van het gebit weer te herstellen.
Bij de gedeeltelijke prothese onderscheidt men de plaatprothese en zogenaamd frame.
In het onderstaande voorbeeld zijn bij een 58-jarige vrouw werd eerst een plaatprothese gemaakt, die later door frame werd vervangen.
De gedeeltelijke plaatprothese
Op deze foto’s ziet u, dat in de linker onderkaak een aantal kiezen ontbreken.
Om de opening op te vullen werd een gedeeltelijke plaatprothese gemaakt. Het metalen draadbeugeltje zorgt ervoor, dat het plaatje aan de rechter zijde nog enigszins blijft zitten.
Op de rechter foto ziet u de gedeeltijke prothese op zijn plaats.
De kauwkrachten worden volledig door het tandvlees gedragen. Dat betekent, dat bij het kauwen het tandvlees door de plaatprothese enigszins wordt indrukt. Dit is met name het nadeel van de gedeeltelijke plaatprothese.
Het frame
Deze constructie is geheel van metaal gemaakt. Op de plaatsen van de kiezen, die moeten worden vervangen, zit een deel kunststof met daarin de tanden en kiezen. Zo’n constructie met “ankers”, die zorgen voor het houvast aan een aantal kiezen, wordt een frame genoemd.
Hier ziet u het frame op zijn plaats (rechter foto).
In de kiezen, waaromheen een anker zou komen, waren eerst groeven gemaakt.
De steuntjes in het frame vallen daar precies is in.
De kauwkrachten worden nu geheel opgevangen door de kiezen en in dit geval de rechter onder hoektand.
Doordat het tandvlees niet meer wordt ingedrukt bij het kauwen is een frame veel comfortabeler dan een plaatprothese.
In de hoektandstreek is een anker soms zichtbaar. Daarom werd op deze hoektand rechtsonder een wat bijzonder anker vervaardigd.
Toevallig werd het metaal van dit frame van een goudkleurige coating voorzien. Dit was op verzoek van de patiënt.
De volledige prothese
Op deze pagina wordt de procedure beschreven, die gevolgd wordt om een voor een patiënt een volledige prothese te maken. In principe verloopt het vervaardigen van een prothese in welke vorm dan ook altijd volgens een dergelijke procedure. Soms wordt er gebruik gemaakt van aanvullende technieken, afhankelijk van de voorkeur van de tandarts of de tandprotheticus. Voor ieder onderdeel van de procedure wordt een aparte afspraak gemaakt.
In dit voorbeeld ziet u 65-jarige patiënte, voor wie een nieuwe volledige prothese wordt vervaardigd in de bovenkaak en een immediaat prothese in de onderkaak. Dat betekent, dat in de zitting waarin de prothese wordt geplaatst eerst de resterende ondertanden en -kiezen zullen worden verwijderd.
De beginafdruk
Als allereerste wordt een afdruk gemaakt van boven- en onderkaak. Het afdrukmateriaal is meestal een alginaat, zo genoemd, omdat het van oorsprong uit zeewier werd gemaakt. Alginaat bestaat uit een poeder aangemaakt met water. Het smaakt naar pepermunt en is binnen twee minuten voldoende uitgehard.
De individuele afdruk
Van de beginafdrukken worden in het tandtechnisch laboratorium gipsmodellen gemaakt. Op die modellen wordt een nieuwe afdruklepel gemaakt. Aangezien deze lepel bedoeld is voor gebruik bij deze ene patiënt, wordt dit een individuele lepel genoemd.
Met de individuele lepel wordt een zeer nauwkeurige afdruk gemaakt van de kaken.
In een onbetande kaak wordt een dun vloeibaar afdrukmateriaal gebruikt op siliconen basis .
In een betande kaak wordt alginaat gebruikt.
In het laboratorium worden de individuele afdrukken uitgegoten tot de definitieve modellen.
De vorm van de basis van de prothese ligt nu vast.
De beetbepaling
Op de definitieve modellen zijn in het laboratorium beetwallen gemaakt. Op een basisplaat van verwarmde schellak werd een stevige band was gezet. De beetwallen worden gebruikt om te bepalen hoe straks de kiezen op elkaar komen te staan.
Door de was te verwarmen en te smelten wordt de hoogte van de toekomstige prothese bepaald en de plaats van de tanden vastgelegd. Ook wordt bepaald hoezeer de lippen en wangen moeten worden opgevuld en waar het midden van de tandbogen ligt.
Als de “beet” is bepaald, worden de was wallen aan elkaar vastgezet en is daarmee de relatie van de bovenkaak ten opzichte van de onderkaak vastgelegd.
Passen in was
Het begint al ergens op te lijken. De blauwe gipsmodellen zijn met wit gips vastgezet in een z.g. articulator.
De was wallen zijn van elkaar losgemaakt en in de was van de was wallen zijn de tanden en kiezen van de prothese opgesteld.
De ondertanden in dit geval nog niet, omdat die nog in de mond zitten. Als die er niet meer zouden zijn dan waren ook de ondertanden opgesteld.
De pasprothese kan nu in de mond worden geplaatst en beoordeeld.
Daarbij wordt gekeken naar:
– de stand van de tanden
– de vulling van de lippen en de kaken
– de hoogte van het gebit
– of de kiezen goed op elkaar komen
– de vorm en kleur van de tanden.
Het plaatsen van de prothese
In het laboratorium is de pasprothese omgevormd tot de definitieve kunststof prothese. Zoals u ziet zijn nu de ondertanden ook in de prothese opgenomen. Op het onder model zijn de tanden afgesneden en zijn de prothesetanden opgesteld. Daarna is de prothese afgewerkt, in kunststof geperst en gepolijst.
Bij de patiënte worden de resterende tanden verwijderd en de wondjes gehecht. Vervolgens wordt de prothese geplaatst.
Nazorg
Wanneer een nieuwe prothese een paar dagen gedragen is kunnen er op sommige plaatsen op het tandvlees kleine, pijnlijke blaartjes ontstaan. Deze worden veroorzaakt, doordat de kunststof van de prothese op die plaats wat te dik is en het tandvlees wordt overbelast. Als de blaartjes goed zichtbaar zijn, is het voor de tandarts gemakkelijk die plaatsen op de prothese op te sporen en daar een stukje van de kunststof af te slijpen.
Het is daarom belangrijk, dat de prothese voorafgaande aan een controle-bezoek tenminste een aantal uur is gedragen. Anders zijn de blaartjes zodanig genezen, dat ze niet meer zichtbaar zijn.
Onderhoud
Het beste kunt u etensresten en plak aan de binnenkant van de prothese verwijderen met behulp van een speciale borstel en (vloeibare) zeep. Gebruik geen tandpasta, want tandpasta is geen schoonmaakmiddel en het schuurt teveel.
Een schone prothese moet altijd glad aanvoelen.
Dit geldt zowel voor een volledige prothese alsook voor een gedeeltelijke plaatprothese en een frame.
Gebruik bij voorkeur geen bruistabletten. Deze bevatten sterke organische zuren, die het oppervlak van de prothese op den duur aantasten en ruw maken. Bovendien wordt de prothese niet echt gereinigd.
Soms kan het voorkomen, dat er zich tandsteen op de prothese vormt. Dat is erg lastig te verwijderen. In dat geval kunt u de prothese een nacht in een bekertje met keukenazijn leggen. De volgende ochtend kunt u dan het tandsteen van de prothese afborstelen.
Leg een prothese nooit in heet water en gebruik geen bleekwater of schuurmiddelen.
Bij het schoonmaken kan de gladde prothese gemakkelijk uit uw handen glippen en kapotvallen. Laat voor de zekerheid water in de wasbak lopen en maak de prothese schoon boven het water.