De ontwikkeling van het gebit

Van geboorte tot melkgebit

Reeds in de vijfde maand van de zwangerschap begint de ontwikkeling van het melkgebit. In de kaak van het ongeboren kind begint de vorming van een tand bij het gedeelte, dat later de snijrand zal worden. Dan wordt de tand steeds langer in de richting van de wortel.
Bij de geboorte zijn van een aantal tanden de kronen (het gedeelte, dat later zichtbaar zal zijn) al gevormd en begint de vorming van de wortels. Als de wortel uiteindelijk voor ongeveer 2/3 gedeelte gevormd is, zal de tand doorbreken.

In het schema hieronder staat weergegeven wanneer de melktanden en -kiezen ongeveer doorbreken.

01. De ontwikkeling van het gebit

6 maanden eerste snijtanden onder
9 maanden eerste snijtanden boven
12 maanden de tweede snijtanden
16 maanden de eerste melkkiezen
20 maanden de vier hoektanden
24-30 maanden de tweede melkkiezen

 

Tijdens het doorbreken van de melktanden en -kiezen hebben veel kinderen last van kwijlen, koorts, rode wangen, dunne ontlasting of schrale billen. Het kan ook behoorlijk pijnlijk zijn. Het bijten op een koude bijtring (gevuld met vloeistof en gekoeld in de ijskast) kan de pijn enigszins verzachten.

 

Van melkgebit naar blijvend gebit

In de periode tussen het melkgebit en het blijvend gebit zijn er in de mond enige tijd zowel melktanden en -kiezen als ook blijvende tanden en kiezen aanwezig. We spreken dan van een wisselgebit.

Het allereerste wat er gebeurt in het wisselgebit is het doorbreken van de eerste blijvende kiezen op ongeveer vijfjarige leeftijd. Deze kiezen komen door achter het melkgebit en er gaat niet eerst een melkkies uit.

Dan gaan de voortanden en daar zijn kinderen vaak maar wat trots op.

02. De ontwikkeling van het gebit

In onderstaande tabel staat weergegeven wanneer de blijvende tanden en kiezen ongeveer wisselen of doorbreken.

5 tot 6 jaar eerste blijvende kiezen
6 jaar eerste snijtanden onder
6 tot 7 jaar eerste snijtanden boven
7 jaar tweede snijtanden onder
7 tot 8 jaar tweede snijtanden boven
8 tot 10 jaar rustfase
10 jaar hoektanden onder
10 tot 12 jaar – eerste premolaren boven en eerste premolaren onder
– tweede premolaren boven en tweede premolaren onder
– hoektanden boven
12 tot 13 jaar tweede blijvende kiezen
18 tot 24 jaar derde blijvende kiezen, ofwel de verstandskiezen

Het begin is er

Op de linker foto zijn de ondertanden gewisseld en begint het wisselen van de boventanden.
Op de rechter foto zijn alle voortanden gewisseld.

03. De ontwikkeling van het gebit

De tweede fase

De eerste melkkiezen en de hoektanden zijn gewisseld, de tweede melkkiezen nog niet
(de bovenhoektanden zijn eigenlijk iets te vroeg).

04. De ontwikkeling van het gebit

Alles is gewisseld

Alle melktanden en melkkiezen zijn gewisseld. De verstandskiezen moeten nog komen.

05. De ontwikkeling van het gebit

Bij het doorbreken van blijvende kiezen worden er  geen melkvoorgangers vervangen.
Bij alle tanden en de kleine kiezen (premolaren) wel.
Het wisselen gaat bij meisjes iets sneller dan bij jongens. In de leeftijd van 10 tot 13 jaar groeien meisjes sneller en wisselen ook sneller dan jongens. Het verschil is gemiddeld ongeveer één jaar.

 

Het gaat ook wel eens niet helemaal uit zichzelf

Soms gaat het niet helemaal naar wens. Op de foto’s hieronder ziet u dat er melktanden aanwezig bleven terwijl de blijvende tanden al volledig waren doorgebroken.

06. De ontwikkeling van het gebit

Op de linkerfoto ziet u een bovenmelktand gelegen achter de nieuwe voortand en rechts twee ondermelktanden voor hun opvolgers.
In beide gevallen zaten de melktanden erg los.
Omdat de kinderen het zelf niet durfden werden ze een klein handje geholpen.
Meestal is dat niet nodig. Bij voorkeur moet de natuur zijn gang gaan.

 

De verstandskiezen

In de ontwikkeling van het gebit nemen de verstandskiezen een bijzondere plaats in.
Ze danken hun naam aan het feit, dat ze meestal doorbreken na het 18e levensjaar.
Ook in andere talen dragen ze dezelfde naam:

Engels:  Wisdom tooth
Frans:   Dent de sagesse
Duits:   Weisheitszahn
Latijn:   Dens sapientiae

 

Problemen bij het doorbreken

Helaas verloopt de doorbraak niet altijd ongestoord.
Veel voorkomende problemen zijn:

– Ontsteking van het tandvlees door de langzame doorbraak, vooral in de onderkaak.
– Te weinig plaats in de kaak.
– Afwijkende ligging.
– Snelle vorming van gaatjes, doordat ze door hun ligging ver achterin de mond slecht te reinigen zijn.

Al deze problemen kunnen reden zijn om verstandskiezen te verwijderen.

07. De ontwikkeling van het gebit

Op deze foto is te zien, dat tijdens het doorbreken het tandvlees over de kies heen blijft liggen. Soms geeft dit aanleiding tot klachten. Het lijkt erop, dat er wel voldoende ruimte zal zijn, zodat de verstandskies gewoon op zijn plaats kan komen.

08. De ontwikkeling van het gebit

Hier is te zien, dat er niet voldoende plaats is en dat het tandvlees de verstandskies zal blijven bedekken.  Het tandvlees is dan af en toe hevig ontstoken en veroorzaakt klachten.

09. De ontwikkeling van het gebit

Op deze röntgenfoto is te zien, dat de verstandskies volledig dwars in de kaak ligt. Door de onmogelijkheid dit goed te kunnen reinigen wordt ook de ervoor liggende kies bedreigd.

 

Het verwijderen van verstandskiezen

Meestal kunnen verstandskiezen door de tandarts verwijderd worden. Soms moet dit aan een kaakchirurg worden overgelaten.
Veel mensen zien erg op tegen het verwijderen van verstandskiezen. Belangrijkste redenen daarvoor zijn angst voor pijn.
De meest voorkomende klachten vooral na een chirurgische verwijdering uit de onderkaak bestaan uit pijn en zwelling. Sommige mensen zijn er ook echt een dag ziek van.
De ernst daarvan hangt af van de moeilijkheid van de behandeling, maar verschilt sterk van patiënt tot patiënt.

 

Pijnstillers

Een groot deel van de klachten is te voorkomen door na de ingreep de kaak te koelen. Dit kan het beste worden gedaan met ijsblokjes in een plastic zak, waarom heen een doek is gewikkeld.
Als pijnstiller wordt geadviseerd Paracetamol 500mg met Coffeïne 50mg. Daarvan zijn zes tabletten per dag toegestaan.